Voeg deze uitbreiding toe aan jouw dossier om je allergieën & epileptische aanvallen en dergelijke te bewaren en beheren. Zowel historische gegevens als huidige gegevens zijn hiervoor van belang om te verzamelen en registreren. Op deze manier bouw je eenvoudig jouw persoonlijke medische geschiedenis op.
Een bijgehouden en volledig dossier draagt bij aan een effectieve behandeling. Nodig daarom je dokter en andere zorgverleners of hulpverleners uit voor Drimpy en bepaal zelf wie toegang tot jouw dossier heeft.
Allergie
Een allergie is een reactie van het menselijk afweersysteem (het immuunsysteem) op stoffen van buitenaf waar het lichaam normaal gesproken niet heftig op behoort te reageren. De stoffen die bij mensen zo’n heftige reactie kunnen veroorzaken, noemen we allergenen. Bekende allergenen zijn bijvoorbeeld gras- en boompollen (hooikoorts), huisstofmijten, huisdieren en voedsel. Afhankelijk van de manier waarop men in aanraking komt met allergenen, kunnen deze onderverdeeld worden in zes categorieën:
- Inhalatieallergenen (bijvoorbeeld pollen van grassen en bomen of huisstofmijten)
- Voedingsmiddelen (bijvoorbeeld koemelk, kippenei of pinda’s)
- Insectengif (bijvoorbeeld wespen- en bijensteken)
- Geneesmiddelen (bijvoorbeeld antibiotica)
- Contactallergenen (bijvoorbeeld nikkel in horlogebandjes)
- Beroepsallergenen (bijvoorbeeld tarwemeel bij bakkers)
Aanval
Een aanval is een abnormale (gesynchroniseerde) ontlading van zenuwcellen in de hersenen ten gevolge van een epileptische of niet-epileptische oorzaak. Aanvallen zijn zeer variabel in hun uiting; verstijfde en/of verkrampte stuiptrekkingen, dagdroom-achtige absences of het subjectieve gevoel van een aura zijn stuk voor stuk uitingsvormen van een aanval. Herhaaldelijke, spontane aanvallen kunnen een uiting zijn van epilepsie, maar niet-epileptische oorzaken van aanvallen komen ook voor.
Aanvallen zijn in te delen in twee hoofdgroepen: aanvallen die uit een deel van de hersenen voortkomen, deze worden partiële aanvallen genoemd, en aanvallen waarbij de hele hersenen betrokken zijn, dit zijn gegeneraliseerde aanvallen.
Partiële aanvallen
Het hoofdkenmerk van partiële aanvallen, ook wel focale aanvallen genoemd, is dat het bewustzijn nog geheel of gedeeltelijk intact is tijdens de aanval. De patiënt komt vaak verward of versuft over. Focale aanvallen beginnen vaak met een aura; een zeer variabel gevoel wat de patiënt krijgt en dat over kan gaan in een (partiële) aanval. De basis voor een partiële aanval is een abnormale elektrische activiteit die in de hersenen echt beperkt blijft tot een afgegrensd gebied.
– Eenvoudig partieel
Het meest kenmerkende voor een eenvoudige partiële aanval zijn de motorische aanvallen van dit type, waarbij een specifieke spiergroep begint samen te trekken. Dit type aanval kan zich verspreiden naar nabijgelegen neuronen, die corresponderen met nabijgelegen spiergroepen op het motorische gedeelte van de hersenen.
– Complex partieel
Complex partiële aanvallen worden gekenmerkt door een veranderd bewustzijn en optredende automatismes. Mensen met een dergelijke aanval presenteren zich versuft of verward maar reageren niet of nauwelijks op de omgeving en zullen geen herinnering hebben van de aanvalsperiode.
Gegeneraliseerde aanvallen
Een persoon is na een gegeneraliseerde aanval niet bij bewustzijn en is niet bewust van de omgeving of prikkels en zal niets herinneren van de gebeurtenissen tijdens de aanval. Hoewel gegeneraliseerde aanvallen vaak gepaard gaan met stuiptrekkingen, is dit feitelijk maar in 60% van alle aanvallen het geval.
Secundair gegeneraliseerde aanvallen
Een aanval kan partieel beginnen, maar later over gaan in een volledig gegeneraliseerd aanval. Bij 2/3 van de gegeneraliseerde aanvallen, is een focale aanval aan voorafgegaan.